De protestantse adel in de toenmalige gemeente Zwollerkerspel bewoonde buitenhuizen, en liet op Bergklooster een familiekelder bouwen. Bekende namen als Van Haersolte, Vos van Steenwijk, Van der Wijck, Sichterman, Van Rechteren Van Appeltern, Van Dedem, Van Namen van Eemnes zijn te lezen op de zerken die de toegangen van de kelders afdekken.
Wie nu nog een priesterlijk graf wil opzoeken zal niets meer vinden. De oudste graven dateren uit de negentiende en twintigste eeuw. Toch is er nog één fraai versierde zerk uit 1541. Daaronder ligt Jan Mulert begraven, een adellijke buurman, die op het landgoed de Kranenburg woonde, en wiens familie altijd een innige band had met de kloosterlingen. Ook na 1477 werd er nog steeds begraven in en om het klooster. Maar rond 1580 wordt het klooster opgeheven en in 1581 begint men met de afbraak. De kloostermoppen werden stuk voor stuk afgevoerd naar de stad Zwolle om de vestingwerken te verstevigen want de tijden waren onzeker geworden vanwege de Reformatie en de Tachtigjarige oorlog.
De Gedenksteen van Thomas a Kempis valt direct op bij aankomst op de oude begraafplaats, maar wie wat Thomas a Kempis? De in 1379 of 1380 geboren Thomas van Hemerken, geboren in Kempen 25 km ten oosten van Venlo, arriveerde in 1399 op de Agnietenberg waar zijn oudere broer Johannes als eerste prior was aangesteld. Pas in 1406 doet Thomas zijn eeuwige gelofte. Tijdens zijn werkzame leven kopieert hij de bijbel en schrijft vele geschriften waarvan 'De navolging van Christus' het meest bekend is. Het boekje gaat al eeuwen de wereld over in steeds nieuwe vertalingen.